AI en het octrooirecht
Inleiding
Het octrooirecht beschermt uitvindingen door de desbetreffende uitvinders een monopolie te geven voor een termijn van twintig jaar, mits hun werk nieuw, inventief en industrieel toepasbaar is. Artificiële intelligentie (hierna: AI) zet dit systeem op zijn kop. AI kan in theorie zelfstandig uitvindingen doen en dat roept vragen op over wie de uitvinder is, hoe octrooien op AI werken en wat dit betekent voor innovatie. Deze blog verkent deze uitdagingen en kansen.
Recente ontwikkelingen
AI compliceert het huidige octrooirecht, omdat het traditioneel uitgaat van menselijke uitvinders. In een zaak over DABUS, een AI-model dat twee uitvindingen produceerde, werden octrooiaanvragen afgewezen, omdat een AI -model geen uitvinder kan zijn. Het Europees Octrooibureau heeft vastgesteld dat enkel natuurlijke personen als uitvinder erkend kunnen worden. Dit onderstreept een kloof tussen wetgeving en technologie, vooral nu AI steeds autonomer wordt. De vraag is of de wetgever het begrip ‘uitvinder’ moet herdefiniëren. Gaat het octrooi naar de AI, de programmeur of toch de eindgebruiker?
Daarnaast groeit het aantal octrooien op AI-toepassingen (bijvoorbeeld beeldherkenning in de zorg). Volgens de World Intellectual Property Organization steeg het aantal AI-octrooien tussen 2013 en 2016 al jaarlijks met 28%. Grote technologiebedrijven zoals Google domineren op dit gebied, wat kleinere bedrijven benadeelt. AI zelf versnelt dit proces door octrooionderzoek te automatiseren, maar het genereert ook snel nieuwe kennis, waardoor het in de praktijk lastig is om te bepalen wat nieuw is.
Kansen
AI biedt ook kansen. Het kan nieuwe mogelijkheden in technologie ontdekken en octrooibureaus helpen efficiënter te werken door automatisch databases te doorzoeken. Ethisch gezien bestaat er ook spanning : octrooien op AI-gedreven medische doorbraken kunnen toegang tot deze uitvindingen beperken, zoals gezien bij de vaccinproblematiek tijdens de corona-pandemie. Een goed octrooisysteem moet innovatie stimuleren zonder negatieve effecten op de samenleving te vergroten. Het vinden van deze balans is altijd al een uitdaging geweest, maar met de opkomst van AI wordt dit nog ingewikkelder.
Conclusie
De toekomst vraagt om internationale samenwerking. De wetgevers moeten onderzoeken hoe AI in het octrooirecht past, mogelijk door op Europees (en het liefst op mondiaal) niveau de regels rond het uitvinderschap aan te passen. Het octrooirecht moet flexibel blijven om innovatie te bevorderen met voordelen voor zowel uitvinders als de samenleving.
Heeft u vragen met betrekking tot het octrooirecht of andere vragen op het gebied van het IT-recht? De IT-rechtswinkel staat klaar om u te helpen!